Lokale heffingen

Onroerendezaakbelastingen

Bij de tariefbepaling voor 2023 is uitgegaan van een totaalopbrengst, gebaseerd op de OZB-opbrengsten over 2022 vermeerderd met de gevolgen van areaaluitbreidingen, de inflatiecorrectie van 6,0%. Daarnaast is de waardeontwikkeling van de onroerende zaken als gevolg van de jaarlijkse herwaardering gecompenseerd in de tarieven voor het jaar 2023, conform de afgesproken systematiek. Voor de woningen is uitgegaan van een waardestijging van 14,0%, waarvoor het tarief naar beneden is bijgesteld. Bij de niet-woningen is uitgegaan van stijging van 2%. Door de combinatie met de inflatiecorrectie zijn de tarieven voor niet-woningen daarom gestegen.
De opbrengst van de onroerendezaakbelastingen over het jaar 2023 laat een negatief saldo van ongeveer 1,5% t.o.v. de raming zien. Met name een gevolg van het lager uitvallen van de definitieve totale WOZ-waarden, veroorzaakt door diverse factoren (vooral lagere waardestijgingen). Bij de bepaling van de nieuwe tarieven voor volgende jaren wordt uitgegaan van actuele waarden, waardoor dit dus niet structureel doorwerkt.

Afvalstoffenheffing

Voor de afvalstoffenheffing geldt naast het beginsel van 100% kostendekking, het principe “de vervuiler betaalt”.
In 2023 begint zich inmiddels het effect van de invoering van diftar op basis van betalen per lediging af te tekenen. Steeds duidelijker was er een daling zichtbaar van het aantal ledigingen per huishouden. Het geraamde gemiddeld aantal ledigingen is op grond hiervan verder naar beneden bijgesteld van 10 naar 8 ledigingen voor de 140 liter containers en naar 11 ledigingen voor de 240 liter containers. Ook met het vooraf in rekening brengen van 6 ledigingen is gestopt, onder meer omdat het niet stimuleerde om nog verder te scheiden. Het scheidingsgedrag is er duidelijk op vooruit gegaan. Verdere toelichting hierop is te vinden bij hoofdproduct 730.

Met name door lagere kosten ten opzichte van de raming resteert er een overschot. Dit verschil zal worden gestort in de reserve afvalstoffenheffing.

Rioolheffing

De rioolheffing is een bestemmingsheffing, waarmee de kosten die de gemeente maakt voor niet alleen een doelmatig werkende riolering, maar ook overige maatregelen ten aanzien van het beheer van hemelwater en grondwater, kunnen worden verhaald.
Helmond kent twee categorieën tarieven, namelijk een basistarief dat behoort bij een waterverbruik van minder dan 1.200 m³ en een aantal (degressieve) tarieven gebaseerd op een waterverbruik van meer dan 1.200 m³. Deze tarieven zijn ten opzichte van 2022 nagenoeg gelijk gebleven.

Het uiteindelijke saldo van de rioolheffing is per saldo negatief, waarbij tegenover de hogere kosten ook iets hogere opbrengsten staan. Dit resulteert in een onttrekking aan de voorziening van € 42.000.

Honden- en Precariobelasting

De opbrengsten van de hondenbelasting is loopt in de pas met de raming. Door jaarlijkse controles blijft het aantal geregistreerde honden op een constant niveau. In de gemeente werden per 1 januari 2023 ruim 9.000 honden gehouden.

De precariobelasting is ook in 2023, net als in de jaren 2020 t/m 2022 voor een deel niet opgelegd als steunmaatregel voor de horeca en detailhandel tijdens de opeenvolgende crises.
De inkomsten uit precario bij bouwplaatsen en uit contracten voor brandstofpompen, die wel zijn opgelegd, liepen in de pas met de aangepaste raming.

Parkeerbelasting, naheffingen

Als op aangewezen plaatsen voor betaald parkeren de parkeerbelasting niet wordt betaald kan hiervoor een naheffingsaanslag worden opgelegd. De opbrengsten uit naheffingen mogen de kosten van parkeercontroles niet overschrijden. Daarom is hier een tabel met de mate van kostendekkendheid hiervan opgenomen.

De voorgenomen invordering van naheffingen op buitenlandse kentekens heeft om technische redenen vertraging opgelopen, in 2024 zal dit verder opgepakt worden.  
Inmiddels is er een zekere gewenning aan de systematiek van controle met behulp van een scanauto. Dit blijkt uit een lager aantal verminderingen door bezwaren. Wel blijft het aantal naheffingen op een structureel hoger niveau dan voor de invoering van de scanauto. Op termijn zal dat naar verwachting nog wel afnemen.

Toeristenbelasting

De toeristenbelasting is een belasting voor accommodaties die tegen betaling verblijfsmogelijkheden aanbieden aan (zakelijke) toeristen. Het standaardtarief is vastgesteld op € 1,50 per persoon per nacht voor deze accommodaties. De opbrengsten worden gebruikt voor de verdere versterking van de toeristische en recreatieve aantrekkingskracht van Helmond.
De groei van het aantal overnachtingen die in 2022 is ingezet heeft zich doorgezet in 2023 en heeft geresulteerd in een opbrengst die 50% hoger is dan de raming.

Marktgelden

De opbrengsten van de marktgelden blijven al enkele jaren achter bij de ramingen, wat wordt veroorzaakt door een teruglopend aantal deelnemers aan de markten.
Een drastische verhoging van de tarieven lijkt momenteel niet voor de hand te liggen, omdat dat de markten minder aantrekkelijk maakt voor ondernemers. De tarieven worden daarom alleen jaarlijks verhoogd met het percentage voor inflatiecorrectie.

Ondernemersfonds: Reclamebelasting en opslag OZB niet-woningen

De financiering van activiteiten van ondernemersverenigingen in Helmond krijgt van de gemeente ondersteuning via een tweetal instrumenten, te weten de Reclamebelasting en een opslag op de OZB voor niet-woningen. De opbrengsten van beide heffingen liggen in lijn met de ramingen.
Uiteraard zijn de ondernemersverenigingen, verenigd in de stichting Ondernemersfonds, eraan gehouden hierover verantwoording af te leggen in de vorm van uitvoeringsplannen en inzicht in de realisatie daarvan.

Leges

Vanuit het Besluit begroting en verantwoording (BBV) wordt voorgeschreven om inzicht te verschaffen in de mate van kostendekking van de diverse producten. Aan de hand van de onderstaande tabel wordt verantwoording afgelegd of de tarieven inderdaad kostendekkend zijn geweest, ofwel of de werkelijke baten de gerealiseerde lasten niet hebben overschreden.