Naast publiekrechtelijke samenwerking in de vorm van gemeenschappelijke regelingen werkt de gemeente Helmond voor het realiseren van haar doelen ook samen met andere overheden (en private partijen) in samenwerkingsverbanden met als grondslag lichtere regelingen zoals bijvoorbeeld een convenant of een bestuurlijke overeenkomst. De “ Notitie verbonden partijen” (Commissie BBV, oktober 2016) spreekt van een “regeling zonder meer”. Deze samenwerkingsverbanden zijn geen rechtspersonen. Ook wordt niet (volledig) voldaan aan de definities in artikel 1 BBV, met name met betrekking tot de definitie “financieel belang”. In deze gevallen wordt in de notitie geadviseerd om deze organisaties ook te vermelden in de paragraaf verbonden partijen. De commissie zegt hierover:
“In het geval dat formeel juridisch geen sprake is van een verbonden partij door het ontbreken van een financieel belang zoals gedefinieerd in het BBV, maar er wel sprake is van:
- Een structurele bekostiging in overwegende mate van (de activiteiten van) een organisatie via één of meer geldstromen (begrotingsfinanciering, subsidie en overeenkomst van opdracht); én
- Een bestuurlijk belang; Beveelt de Commissie BBV aan om deze organisaties gezien het maatschappelijke of algemene belang en de mogelijke risico’s toch op te nemen in de paragraaf verbonden partijen.”
Doorgaans is de gemeente een verplichting aangegaan om jaarlijks haar aandeel in de organisatiekosten te voldoen. Een van de partners in de regeling treedt op als penvoerder (penningmeester, opdrachtgever naar derden, en indien van toepassing, werkgever). Als de samenwerking leidt tot verplichtingen voor het uitvoeren van programma’s of projecten vindt afzonderlijke besluitvorming plaats. Anders dan bij publiekrechtelijk verbonden partijen is het samenwerkingsverband niet verplicht een begroting te maken en aan de gemeenten voor zienswijzen voor te leggen, dan wel een jaarrekening vast te stellen.
Gemeenten kunnen geen taken en bevoegdheden delegeren of mandateren aan een “regeling zonder meer”. Het accent ligt op beleidsafstemming of coördinatie. Het bestuurlijk belang krijgt vorm in deelname aan een bestuurlijk gremium (bijvoorbeeld een stuurgroep) waarin doorgaans alle deelnemers aan de regeling vertegenwoordigd zijn.
Samenwerking op basis van “regelingen zonder meer” kent financiële, juridische en bestuurlijke risico’s. Afhankelijk van de kans en impact kan gekozen worden voor verminderen, vermijden, accepteren en verzekeren als strategieën om de risico’s te beheersen. Inzicht in deze samenwerkingsverbanden draagt bij aan het beheersen van de risico’s.
Het visiedocument intergemeentelijke samenwerking en de bestuurlijke visie Helmond, slimme stad als brug naar de toekomst dienen als algemene basis. De visie op het specifieke samenwerkingsverband is vastgelegd in afzonderlijke beleidsdocumenten. In Helmond gaat het om de volgende samenwerkingen:
- Peelland Interventie Team (PIT)
- Regionaal Inlichtingen en Expertise Centrum (RIEC)
- Uitvoeringsagenda Onderwijs en Arbeidsmarkt
- 10 voor de Jeugd
- Coöperatie Slimmer Leven
- Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE)
- Innovatiehuis De Peel
- Pact Brabant
- Bereikbaarheidsagenda Zuidoost-Brabant
- Doelmatig waterbeheer Brabantse Peel
- G40
- BrabantStad
- Vereniging Nederlandse Gemeenten
- Vereniging Brabantse Gemeenten
Overeenkomstig BBV-artikel 8, lid 3 is de betrokkenheid van verbonden partijen bij de realisatie van de doelstellingen binnen een programma opgenomen in het betreffende programma. Hierin komen, in aansluiting op publiekrechtelijke en privaatrechtelijke regelingen, ook deze samenwerkingsverbanden aan de orde.
